In plaats van alleen symptomen te behandelen, richt CST zich op de onderliggende cognitieve en gedragsmatige factoren die het slaapprobleem veroorzaken, zoals piekeren over slaap of ongezonde slaaproutines.
De therapie combineert technieken zoals cognitieve herstructurering—het veranderen van belemmerende gedachten over slapen—met gedragsmatige interventies zoals slaaprestrictie en stimuluscontrole. Door deze aanpak helpt CST patiënten niet alleen sneller in slaap te vallen en langer door te slapen, maar ook om hun angst en frustratie rondom slapen te verminderen, waardoor een duurzame verbetering van de slaapkwaliteit ontstaat.